Traag schoof het hout over het groen begroeide water
Haar zacht gegiechel en hij die lacht
Weerklonken door de koele nacht
En statig schoof het donkergroen geklater
Het tintelend frivool-groen kantenmos
-Spijts opgewonden woorden
Die 't ander hart graag hoorden
Liet overdonderend haar geuren los
Doch hoe tijdelijk is de waan
Van al die koele woorden
Die menig hart doorboorden
En ook ik heb ze gesproken
En heb het mos geroken
Onder vergevend licht van de maan
(ergens in 1986 of 1987)
Copyright © 1998 by Jan Spooren